Zo af en toe begin ik de les met grondwerk.
Er is soms wat verbazing, liggen? Kom je bezweet aan na het koken, eten, fietsen en dan moet je gaan liggen.
Ik kom voor dans! Tuurlijk je hebt helemaal gelijk!
Waarom dan toch op deze manier starten?
Omdat in een niet gegrond lijf, weinig focus is.
Onlangs bereidde ik mijn les voor, ik wilde die avond aandacht besteden aan dynamiek in de dans. Wat doe je wel of niet? Wat is je intentie, tempo en hoe geef je er expressie aan?
In de dans gebeurt dit allemaal voortdurend, zonder dat je erbij nadenkt.
Je volgt je impulsen. Wat zijn dan je impulsen en welke volg je? Of beweeg je gewoon met de ander mee?
Hoe meer verbondenheid er in de danser is, hoe authentieker de dans.
En die verbondenheid bereik je als vanzelf door grondwerk.
Verdwaald in mijn eigen lesvoorbereiding ging ik liggen. Op mijn rug op de grond.
Stil. Ineens is er een plek waar de energie kan samenkomen, zich kan bundelen. Terug naar simpel en eenvoudig. Adem. In en uit. In het lichaam.
En de les begint liggend. Hoe fijn is het om mijn eigen impulsen als docent te volgen!
Ik gebruik hier graag de basic sequences van Irmgard Bartennieff voor. Het volgt de basisbewegingen van liggen, naar rollen naar staan. Héél basaal, grondend en voedend. (voor de danser!)
De grond als support. Er is een plek, er is ruimte om te zijn en te verkennen.
Ik beweeg en ik word bewogen, ieder in zijn eigen flow.
Dit zijn vaak de mooiste lessen omdat er zoveel eigenheid in ieders dans zit en er écht contact kan zijn. Alsof ieders ‘danskleur’ is opgeschoond. Helder en fris.